|
||
van den Berg
van Vught
Jongedijk
van Dinther |
Hendrik Egberts 1740
Wat valt er te zeggen over Hendrik Egberts? Niet veel eigenlijk. Zoals meestal het geval is kunnen we uit de akte slechts enkele kleine dingen opmaken. Zoals, hoe oud was hij tijdens het huwelijk, waar en wanneer is hij geboren, en meestal wie de ouders waren. Helaas staat er bij Hendrik alleen zijn vader, genaamd Egbert Hendriks. Er woonden echter meerdere Egbert Hendriks in Kolderveen dus is de vader niet met zekerheid te bepalen. Wel zijn er 6 kinderen van ene Egbert Hendriks die allemaal als patroniem Egberts hebben gekregen, gelijk aan onze Hendrik. Het is dus aannemelijk dat dit de vader is en er dus 5 broers en zussen zijn van onze Hendrik. Echter zijn er 3 huwelijken rond die tijd van heren genaamd Egbert Hendriks waarvan er dus 1 niet de ouders zijn met zekerheid vanwege een gevonden koopakte. Geen van deandere 2 komen in de buurt van de doopdatum van het eerste kind, zijnde 1725. Nu kunnen zijn ouders ook in 1728 of 1736 zijn getrouwd. Maar die zekerheid hebben we niet. Ze kunnen ook in een andere plaats zijn getrouwd en zich net voor de geboorte van het eerste kind hebben gevestigd in Kolderveen. Maar zoals gezegd staat er geen moeder op de geboorte/doopakte dus is er geen zekernheid. Zijn doopdatum is wel bekend. Hendrik Egberts werd gedoopt op 27 maart 1740 in het overijsselse plaatsje Koldererveen (volgens de doopakte) of Dinxterveen (volgens de huwelijksakte) dat behoorde tot de gemeente Wanneperveen. Het plaatsje zelf bestaat niet meer. Maar de gemeente valt nog wel te vinden op de huidige kaart van Nederland. Op 11 november 1763 treed hij in ondertrouw. Op 13 november treed hij in het eerste huwelijk. Op de 20e het tweede huwelijk. En op 27 november 1763 huwde de toen 23 jarige Hendrik met Sijbregjen Arents Koij te Schoterland.
Doopaktes Hendrik. Waarom in 2 boeken?
Ondertrouw Hendrik en Sijbregjen
* zoon Egbert Hendriks *zoon Arend
Wat kunnen we opmaken uit deze regel? Wel het volgende; Hendrik Egberts huwde Sijbregien Arents Kooij (Koij). Zij hadden twee kinderen die werden geboren te Sint Johannesga. één in 1764 en één in 1766. Dan volgt de verwijzing naar ”zie ook BORGERTS”. Daar vinden we de volgende regel onder het overzicht op familienaam;
Borgerts, Hendrik Egberts: 1780 te St.J. 18, zijn vrouw overleden; 1785, 1790, 1795, 1800 te St.J 18 (gehuwd); zie ook Hendrik Egberts.
Uit deze laatste regel valt dan weer op te maken dat Hendrik Egberts zich ook wel bediende van de achternaam Borgerts. Maar verder met de eerdere regel uit het overzicht op partoniem; Hij (Hendrik Egberts) had een zoon genaamd Egbert Hendriks. Geboren te Sint Johannesga in 1764. Deze huwde met Aaltje Everts Akkerman en had toen 1 kind dat eveens was geboren te Sint johannesga enwel in het jaar 1788. In het jaar 1790 verhuisde de familie van perceel (stellen genaamd) 27 te Sint Johannesga naar Rotsterhaule. In Rotsterhaule kreeg het gezin weer een kind. Enwel in het jaar 1790. Tussen 1790 en 1792 is het gezin echter weer teruggekeerd naar Sint Johannesga. We vinden namelijk 4 kinderen in die plaats tussen 1792 en 1800. In het jaar 1795 vond de familie weer haar stekje op perceel 27 in Sint Johannesga en het werd gealimenteerd in het jaar 1800 op eerder genoemde plaats maar een ander perceel, namelijk perceel 35. Eén van deze kinderen, zoon Arend Hendriks, huwde Hendrikje Jans. Deze kregen weer drie kinderen te Sint Johannesga in de jaren 1793, 1796, 1797. In 1800 verhuisde dit gezin van perceel 10 te Rottum naar Tjalleberd. Enkele kinderen die hierin worden vermeld zijn nog niet gevonden middels een akte. Enkele andere staan weer niet vermeld
1 Egbert Hendriks, geboren op 30 oktober 1763 te Rottum
Wanneer we de trek van Hendrik Egberts volgen en kijken naar de gegevens die bekend zijn uit die tijd, zoals economische- en sociale omstandigheden, gekoppeld aan de gegevens uit het boek van dr. Jochem Kroes, dan krijgen we het volgende beeld. Hendrik werd dus gedoopt in Kolderveen op 27 maart 1740. Vader, zijnde Hendrik Egberts. Vermoedelijk trok Hendrik vanuit Dinxterveen naar Sint Johannsga om daar te werken. Het is bekend dat het in die tijd slecht ging met de economie in het westen van Overijssel. In het Friese laagveen gebied werd er rond die tijd begonnen met het turfgraven. Hierdoor begon er langzaamaan een trek plaats te vinden, van Noordwest Overijsselse turfgravers richting het Friese laagveengebied. Op 27 november 1763 trad hij in het huwelijk met Sijbregien Arents Koij uit Sint Johannesga. 28 dagen eerder werd hun eerste kind geboren. Zoon Egbert Hendriks (30 oktober 1763). Egbert staat als geboren geboekt in Rottum. Hoewel hij daar staat ingeschreven is het toch waarschijnlijk dat het gezin toen al woonachtig was in Sint johannesga. Of de geboorte van Egbert Hendriks de reden voor het huwelijk was weten we niet omdat het vaker gebeurde in die tijd, dat kinderen geboren werden voordat de ouders getrouwd waren. In 1765 werd het tweede kind geboren, Roelof Hendriks. Waar het gezin toen woonachtig was is niet bekend. Vermoedelijk in Sint Johannesga. Vreemd is het dat in het patroniem van De Gietersen in Friesland, geen vermelding staat over dit kind. We zouden dus kunnen bedenken dat dit kind dood geboren was. Niets is echter minder waar, want Roelof zou later huwen en minstens vier kinderen op de wereld brengen. maar daarover later meer. Op 2 november 1766 werd het eerste meisje geboren. Matje Hendriks. Het gezin woonde toen in de geboorteplaats van Sijbregien, Sint Johannsga. Van Matje zijn verder nog geen gegevens gevonden. Dat wil nog niet zeggen dat het kind op jonge leeftijd is overleden. In het jaar 1773 werd het ”laatste” kind geboren. Zoon Arend Hendriks. Eveneens te Sint Johannesga. Tussen 1773 en 1780 komt Sijbregien te overlijden. In het patroniem vinden we namelijk onder de verwijzing naar BORGERTS, dat Hendrik Egberts in het jaar 1780, het perceel 18 bewoonde (en vermoedelijk bewerkte) en dat zijn vrouw was overleden. In de jaren 1785, 1790, 1795 en 1800 bewoonde hij nog steeds het zelfde perceel. Achter het jaartal 1800 vinden we echter tussen aanhalingstekens gehuwd. Met wie hij hertrouwde is vooralsnog niet bekend. Het werk van Hendrik Egberts In het boek De Gietersen in Friesland staat veel vermeld over het werk, de werkomstandigheden en de economische- en socialecultuur uit die periode. Daaruit valt op te maken dat er hoofdzakelijk 3 sociale klassen waren. Namelijk de veenbazen (die vaak ook veehouder waren of er een ander beroep bij beoefenden), de turfmakers en de losse veenarbeiders. Hendrik was vermoedelijk een turfmaker. De losse veenarbeiders waren voornamelijk trekarbeiders. Velen waren afkomstig uit Duitsland. Met name uit het gebied rond Münster en Osnabrück. Deze mensen werden ook wel poepen genoemd. De mensen met de achternaam Poepen, stammen waarschijnlijk af van deze groep trekarbeiders. Deze losse veenarbeiders deden voornamelijk het zware baggerwerk in groepen van twee en soms in grotere groepen van zo’n vijf tot zes man. Eén daarvan baggerde het veen op en de ander spreidde de specie op een legakker. De eerste werd daarom ook wel baggelaar, turftrekker of -spitter genoemd. De tweede werd turf-menger genoemd. De turfmaker verzorgde het aanmaken en het drogen. Tevens verzorgde deze het vervoerklaar maken en laden van de turf. Vaak verzorgde zij ook de huisvesting van de losse arbeiders. De turfmakers behoorde over het algemeen tot de inheemse -Overijsselse- bevolking en ze werden beschouwd als een elite onder de veenwerkers. Zij bewoonde vaak een iets betere huisvesting dan de losse veenarbeiders die in zogeheten poeperstenten woonden. Deze ”huizen” hadden geen fundering en waren van hout opgetrokken. De ruimte van 5 bij 5 meter was bestemd voor zo’n 12 personen. In het midden brandde een vuur, dat voor ondraagelijk veel rook zorgde. Dat en het grote aantal ongedierte zorgde natuurlijk voor vele ziekten waaronder rheumatische aandoeningen. Vele stierven dan ook op jonge leeftijd. De turfmakers bewoonde een bouwsel dat uit meerdere -twee tot vier- woningen bestond. Een soort van rijtjeshuis dus. Deze huizen waren van iets betere kwaliteit en hielden de warmte meer vast dan de poepetenten. Deze huizen waren echter ook van hout. Later werden deze deels voorzien van een stenen voor- en zijmuur. Deze woningen hadden tevens een voor- en achtervertrek. Het dagloon van Hendrik Egberts zal rond de Fl 1,20 hebben gelegen. Geen onaardig bedrag voor werk in die tijd. Het perceel 18, dat bewoond en bewerkt werd door Hendrik Egberts, was eigendom van Arend Aarsen. Hij was afkomstig uit Overijssel en bezat tevens het perceel 13. We vinden ook nog in de lijst van grondbezitters ene Harmen Klaas van den Berg. Hij bezat perceel 31 en was eveneens afkomstig uit Overijssel (Dinxterveen misschien?) We vinden wel soortgelijke namen in de lijst van Roelof van den Berg enkele pagina’s terug. Nazaten en/of familie? We hebben dus, ondanks de geringe gegevens over Hendrik Egberts als persoon, toch een aardig beeld van hem weten te scheppen dankzij de informatie uit het boek "De Gietersen in Friesland". Het huwelijk tussen Hendrik en Sijbregjen bracht vier leden voort voor het nageslacht. Met drie zonen wist Hendrik de stamnaam met redelijke zekerheid veilig te stellen.
Arien Hendriks van den Berg 1772.
|